Waar vind ik het schoolplan terug in de beleidscyclus?
Het schoolplan is een wettelijke vereiste voor het VO.
Het schoolplan is binnen het Clusius College niet als één document terug te vinden, maar verweven in diverse documenten. De wettelijk verplichte onderdelen zijn als volgt afgedekt:
• Het Clusiusbrede meerjarenplan is de bron voor de Clusiusbrede ambities.
• De vestigingsspecifieke actielijnen zijn de bron voor de vestigingsspecifieke ambities
• De basiskwaliteit wordt afgedekt in beleidsdocumenten (kwaliteitsbeleid, onderwijskundig beleid en personeelsbeleid). Dit wordt zoveel mogelijk Clusiusbreed opgesteld en zal waar nodig aangevuld worden met een vestigingsspecifiek deel. Het kwaliteitsbeleid wordt op basis van de beleidscyclus aangepast.
Welke rol hebben de zelfevaluaties in de beleidscyclus?
Zelfevaluaties worden naar behoefte van de vestigingen uitgevoerd. Minimaal één keer per vier jaar voert een vestiging een zelfevaluatie uit. Zelfevaluaties worden in ieder geval afgestemd op het vierjaarlijks onderzoek van inspectie om te zorgen dat er dan een recente zelfevaluatie beschikbaar is.
De meest recente zelfevaluatie wordt meegenomen in de duidingsgesprekken. De zelfevaluaties worden ook meegenomen bij de (tussentijdse) evaluatie en totstandkoming van de doelstellingen.
Waar vind ik de kwaliteitsagenda mbo terug in de beleidscyclus?
De voorbereidingen voor de kwaliteitsagenda mbo zijn gestart in 2018 en zijn afgerond voor de zomer van 2019. De uitvoering startte in augustus 2019. De doelstellingen uit de kwaliteitsagenda mbo worden overgenomen in het meerjarenplan. Hiermee is er voor het mbo al veel werk verricht dat als input kan worden gebruikt voor het meerjarenplan.
Welke onderdelen van de beleidscyclus zijn Clusiusbreed en welke vestigingsspecifiek?
Clusiusbreed: missie, visie, doelstellingen en meerjarenplan
Vestiging/afdeling: actie- en verbeterlijnen
Wie zijn betrokken bij de duidingsgesprekken?
Het MT van de vestiging bepaalt in overleg met B&O wie betrokken worden bij de duidingsgesprekken en op welk niveau (vestiging/team/afdeling) de duidingsgesprekken betrekking hebben. Afhankelijk van de scope van de duidingsgesprekken wordt bepaald wie er betrokken worden (bijvoorbeeld meer gericht op kpi’s of doelstellingen). Daarnaast is B&O betrokken bij de uitvoering van het duidingsgesprek. Hoe dit uitgevoerd wordt en of er gebruik gemaakt gaat worden van externe procesbegeleiding wordt nog uitgewerkt.
Wat zijn de uitgangspunten voor de duidingsgesprekken?
Uitgangspunten voor de duidingsgesprekken zijn onze eigen normen en ambities. De exacte focus wordt afgestemd tussen MT van de vestiging en B&O.
De volgende onderdelen spelen daarbij een rol:
• Missie visie, doelstellingen uit meerjarenplan en vestigingsspecifieke doelstellingen
• Standaarden uit het onderzoekskader van de inspectie
• Input vanuit o.a. kpi’s, zelfevaluatie, audit, risico-inventarisatie, benchmark, stakeholders
• Bovenal: waar heeft de vestiging / het team behoefte aan?
Maar duidingsgesprekken voeren we toch al?
We maken onderscheid tussen twee soorten duiding, strategische duiding en duiding op het moment dat resultaten beschikbaar zijn. Op het moment dat bijvoorbeeld de tevredenheidsresultaten bekend zijn, vindt onmiddellijk duiding plaats door middel van analyse.
Indien nodig wordt op dat moment een verbeterlijn ingezet. Bij het duidingsgesprek zoals bedoeld wordt in de beleidscyclus gaat het om meer strategische duiding. Daarbij wordt informatie die op dat moment beschikbaar is beschouwd en met elkaar in verband gebracht en gerelateerd aan de doelstellingen en de basiskwaliteit.
Hoe vaak wordt een duidingsgesprek gehouden?
Binnen de vierjarige beleidscyclus worden tweemaal duidingsgesprekken gevoerd.
Wat doen we met de uitkomsten van het eerste duidingsgesprek?
B&O ondersteunt bij de uitvoering van de duidingsgesprekken. De vestiging / het team bepaalt de uitkomst en de prioritering. De uitkomsten worden verwerkt in actielijnen en indien nodig verbeterlijnen waarbij actielijnen gericht zijn op doelstellingen gerelateerd aan missie en visie en verbeterlijnen gericht zijn op realisatie van de basiskwaliteit. Het eerste duidingsgesprek geeft daarmee inzicht in de uitgangssituatie en leidt tot een prioritering van actie- en verbeterlijnen.
Wat doen we met de uitkomsten van het tweede duidingsgesprek?
In het tweede duidingsgesprek gaat de vestiging / het team in gesprek over de realisatie van de kwalitatieve en kwantitatieve resultaten van de actie- en verbeterlijnen. Doel van dit gesprek is, indien nodig, ambities bij te stellen of actie- of verbeterlijnen bij te stellen. Hiervan wordt formeel verslag gedaan in de kwartaalrapportages; de voortgang wordt opgenomen in de instellingsrapportages en komt terug in het geïntegreerd jaardocument. Net als bij het eerste duidingsgesprek bepaalt de vestiging / het team de uitkomst en verdere prioritering. Het tweede duidingsgesprek heeft daarbij betrekking op voortgang, evaluatie en mogelijke bijstelling van resultaten.
Hoe komen actie- en verbeterlijnen van de vestigingen en B&O weer bij elkaar?
Het gesprek tussen B&O en de vestigingen is cruciaal om af te kunnen stemmen op de actielijnen en verbeterlijnen. Dit is mede bepalend voor de prioritering door de vestigingen (immers zonder inzet van B&O kunnen bepaalde actielijnen wellicht niet worden uitgevoerd). In onderling overleg wordt afgestemd welke prioritering en inzet er plaatsvindt vanuit B&O. Hiervoor is een breed afstemmingsmoment, eens per twee jaar, noodzakelijk (studiedag DR-staf). Dit wordt nader uitgewerkt.