De inrichting van het onderwijs
> Inschrijving, toelating en plaatsing
> Onderbouw en bovenbouw
> Basisvaardigheid > Onderwijstijd
> Toetsing, examen en PTA
> Diplomering en uitschrijving
ONDERBOUW EN BOVENBOUW
De vakken waarin de leerlingen onderwijs krijgen in de onderbouw zijn te vinden in de lessentabel. Voor elk vak staat omschreven welke kennis en/of vaardigheden een leerling na het doorlopen van de onderbouw moet beheersen. Er is voldoende ruimte voor beroepsoriënterende vakken, waarbij veel aandacht wordt besteed aan bloemen, planten, voedsel, dier, techniek en duurzaamheid. Bij de meeste vestigingen bestaat een deel van het lesprogramma in de onderbouw uit projecten. Tijdens deze projecten komen meerdere vakken en leergebieden aan bod.
Uitgangspunten hierbij zijn dat de leerling:
- actief en in toenemende mate zelfstandig leert;
- samen met anderen leert;
- leert in samenhang door relaties aan te brengen tussen de verschillende vakken en leergebieden;
- zich oriënteert en dus zicht krijgt op zijn/haar mogelijkheden voor zijn/haar verdere (school)loopbaan en op de samenleving;
- leert in een uitdagende, veilige en gezonde omgeving, waarin het voor leerlingen mogelijk is hun grenzen en mogelijkheden voor zichzelf en voor anderen te verkennen;
- leert in een doorlopende leerlijn.
Aan het eind van leerjaar 2 ontvangen leerlingen bericht over de te volgen leerweg. Het plaatsingsadvies is bindend en gebaseerd op de vorderingen en capaciteiten van de leerling. Bekijk voor meer informatie over overgangscriteria het studievoortgangsprotocol van de vestiging Amsterdam. Dit is te vinden op de website.
Het derde en het vierde leerjaar vormen de bovenbouw. De afname van het schoolexamen kan in leerjaar 3 of in leerjaar 4 starten, dit hangt van het betreffende vak af. Naast de algemeen vormende vakken, zoals Nederlands, Engels en wiskunde zijn de leerlingen onder andere bezig met het beroepsgerichte vak groen, sport, maatschappijleer en kunstvakken. Zie de lessentabel voor een totaaloverzicht van de te volgen vakken in de bovenbouw.
De theorievakken Nederlandse taal, Engelse taal, wiskunde en een keuze uit biologie of nask zijn naast het profielvak groen verplichte examenvakken. Kunstvakken (CKV), lichamelijke opvoeding en maatschappijleer zijn verplichte vakken voor het examen. Het behaalde eindcijfer voor deze vakken wordt bepaald tijdens het schoolexamen. Afhankelijk van de mogelijkheden die de vestiging biedt en de gevolgde leerweg kunnen ook Duits, Spaans, geschiedenis en economie als (extra) eindexamenvak worden gekozen.
Loopbaan Oriëntatie- en Begeleiding (LOB) LOB is een verplicht examenonderdeel. Een leerling bouwt door de opdrachten die hij uitvoert een dossier op dat hulp biedt bij sturing van de (studie)loopbaan, de keuze voor een vervolgopleiding en voor het toekomstig beroep. Gedacht kan worden aan een stage, schoolprojecten, open dagen en interviews. Het gaat erom dat de leerling zichzelf beter leert kennen en zich ontwikkelt. Het loopbaandossier dat is opgebouwd wordt door de leerling gepresenteerd.
Het beroepsgericht examenprogramma groen
Het beroepsgerichte examenprogramma groen bestaat uit het profielvak groen en de keuzevakken. Leerlingen van de basisberoepsgerichte- en de kaderberoepsgerichte leerweg volgen het volledige profielvak groen dat bestaat uit vier profielmodules.
Module 1 Groene productie Module 2 Tussen productie en verkoop Module 3 Vergroening stedelijke omgeving Module 4 Groene vormgeving en verkoop Daarnaast volgen deze leerlingen vier keuzevakken. Leerlingen van de gemengde leerweg volgen de twee landelijk aangewezen profielmodules uit het profielvak groen en twee keuzevakken:
module 2: Tussen productie en verkoop, en
module 3: Vergroening stedelijke omgeving.
De keuzevakken bieden de leerling de mogelijkheid voor verbreding en verdieping specifiek op hun interessegebied. Leerlingen krijgen de gelegenheid te ontdekken welk beroep bij hen past. Wie ben ik, waar ben ik goed in, wat wil ik, zijn vragen die bij het keuzevak aan de orde komen in een inhoudelijke context. Dit helpt leerlingen om een beroepsopleiding te vinden die bij hen past.
De keuzevakken die worden aangeboden zijn:
- KV2: Tuinontwerp en aanleg
- KV5: Groene vormgeving en styling
- KV8: Het houden van dieren
- KV11: Voeding: hoe maak je het?
- KV14: Ondernemen
BASISVAARDIGHEDEN
Beheersing van taal- en rekenvaardigheden zijn een voorwaarde om tijdens de schoolloopbaan te kunnen slagen. Het is ook een voorwaarde om (sociaal) te kunnen functioneren. Als leerlingen deze basisvaardigheden beheersen, zijn zij beter in staat andere kennis en vaardigheden te verwerven. Onze vestiging heeft daarom taalbeleid en rekenbeleid.
ONDERWIJSTIJD
De wettelijke kaders voor onderwijstijd in het voortgezet onderwijs gaan uit van een urennorm voor de hele opleiding, in plaats van een urennorm per leerjaar en per leerling. Elke aan de school ingeschreven leerling moet een programma kunnen volgen van tenminste 3700 uur voor het vmbo. Niet alleen ‘reguliere’ lessen die op het lesrooster staan tellen mee als onderwijstijd: ook bijvoorbeeld projecturen of (gehele) projectdagen kunnen worden ingepland.
In het ene leerjaar kan er méér onderwijstijd nodig of in te plannen zijn dan in het andere leerjaar. De urennorm maakt het mogelijk om de uren over alle leerjaren te spreiden. Dit biedt ook meer mogelijkheden om lesuitval op te vangen. Spreiding van onderwijstijd over meerdere leerjaren vraagt om een meerjarige planning.
De urennorm biedt ook ruimte voor maatwerk wat betreft het aantal uur onderwijs dat verschillende leerlingen daadwerkelijk volgen. Iedere leerling moet een programma kunnen volgen dat aan de wettelijke urennormen voldoet. Maar voor iedere leerling mag ook van die normen worden afgeweken, ook naar beneden. Leerlingen behoeven niet allemaal hetzelfde programma te krijgen en hetzelfde lesrooster te volgen. Het is dus niet zo dat de leerling ‘moet voldoen aan de urennorm’. Leerlingen moeten een programma kunnen volgen dat aan de urennorm voldoet.
Een onderwijsactiviteit kan gezien worden als onderwijstijd als dit een integraal onderdeel vormt van het reguliere onder verantwoordelijkheid van de school verzorgde onderwijsprogramma.
Voorwaarden zijn dat;
- de activiteit onder de verantwoordelijkheid van de school waar de leerling is ingeschreven wordt uitgevoerd. De school is dus aanspreekbaar op inhoud, vorm en uitvoering ervan.
- de onderwijsactiviteiten voor alle leerlingen toegankelijk zijn en worden uitgevoerd onder de pedagogisch-didactische verantwoordelijkheid van een docent of een ander die hier op grond van de wet mee belast mag worden;
- in het leerproces van de leerling kan worden ingegrepen en er interactie mogelijk is tussen de docent en leerling;
- absentie wordt bijgehouden.
LESUITVALBELEID
Omdat er altijd lesuitval is, wordt er meer onderwijstijd ingeroosterd dan wettelijk verplicht is, zodat bij de voorziene uitval van 5% van lessen aan de urennorm kan worden voldaan. Waar mogelijk worden lessen die uitvallen opgevangen door andere docenten. Uitgangspunt is dat leerlingen niet de dupe mogen worden van lesuitval. Wanneer langdurig verzuim van een docent dreigt, wordt zo snel als mogelijk voor vervanging gezorgd. Ouders worden geïnformeerd over langdurige uitval door ziekte en de manier waarop ervoor gezorgd kan worden dat eventuele opgelopen achterstand worden ingehaald.
TOETSING, EXAMEN EN PTA
Het toetsen van kennis en vaardigheden van leerlingen gebeurt op verschillende manieren, schriftelijke toetsen, mondelinge overhoringen of praktische opdrachten zijn hier voorbeelden van.
Voortgangsrapportages
Het schooljaar is verdeeld in perioden. Na elke periode ontvangt de leerling een rapport. Ouders en leerlingen worden over de actuele stand van zaken betreffende de cijfers op de hoogte gehouden via Somtoday. Afhankelijk van de vestiging vinden gesprekken met de mentor en vakdocenten plaats na ontvangst van een rapport. Ouders ontvangen hiervoor een uitnodiging. De overgangscriteria voor overgang van een leerjaar zijn te vinden in het studievoortgangsprotocol van de vestiging.
Schoolexamen en centraal examen
Het examen bestaat uit een schoolexamen en een landelijk centraal examen. Samen vormen ze het eindexamen van het vmbo. In het programma van toetsing en afsluiting (PTA) staat beschreven wat in het schoolexamen wordt getoetst. Het schoolexamen kan voor een vak beginnen het derde jaar of in het vierde jaar. Voordat een leerling aan het centraal examen kan beginnen, dient hij het schoolexamen te hebben afgerond. In het examenreglement van Vonk zijn alle belangrijke regels rondom het examen waaronder de inhaal- en herkansingsregeling opgenomen. Informatie en uitleg over het schoolexamen is in de toelichting op het PTA opgenomen. Het PTA en de toelichting op het PTA worden aan het begin van leerjaar 3 door de vestiging verstrekt aan leerlingen en ouders en is te vinden op de website van Vonk. Een belangrijke regel is dat wanneer een leerling afwezig is bij een (school)examen, dit altijd voorafgaand aan het (school)examen aan de school gemeld moet worden.
Rekenen
Rekenvaardigheid wordt getoetst tijdens het centraal examen, bijvoorbeeld bij vakken als wiskunde, nask, economie en het beroepsgerichte vak Groen. Een goede rekenvaardigheid is van belang om te kunnen diplomeren en voor de vervolgstudie. Aandacht voor rekenonderwijs maakt daarom deel uit van het onderwijsprogramma.
Leerlingvolgsysteem
In het vmbo wordt gewerkt met Somtoday als leerlingvolgsysteem. Informatie over rooster en roosterwijzigingen, huiswerk, cijfers en aan- en afwezigheid kan via dit systeem worden ingezien. Somtoday kan gebruikt worden op ieder device, ook is er een app beschikbaar specifiek voor leerlingen en ouders/verzorgers. De app is te downloaden in de Play Store (Android) of de App Store (IOS).
DIPLOMERING EN UITSCHRIJVING
Wanneer het vmbo is doorlopen en het examen met goed resultaat is afgesloten, ontvangt de leerling een diploma en kan hij zich concentreren op zijn vervolgopleiding. We schrijven een leerling pas uit als hij bij een vervolgopleiding is ingeschreven. In- en uitschrijving van leerlingen worden altijd aan de woongemeente doorgegeven. Een eventuele tussentijdse uitschrijving kan noodzakelijk zijn als:
- een inschrijving op een andere school heeft plaatsgevonden;
- een vrijstelling voor de leerplicht (deze wordt verleend door de gemeente) is verleend op één van de daarvoor geldende gronden;
- een procedure tot verwijdering is afgerond en de leerling op een andere school is geplaatst.
Vonk Amsterdam
Rode Kruisstraat 40
1025 KN Amsterdam
020 636 36 36
vonknh.nl/vmbo/amsterdam
Deze schoolgids is met de grootste zorg samengesteld. Mocht u echter constateren dat de informatie onjuist of onvolledig is, dan vernemen wij dat graag.