Wettelijke kaders

Alle wet- en regelgeving van het mbo is voor een groot deel vastgelegd in de WEB (Wet Educatie en Beroepsonderwijs). In artikel 7.2.8. staat het volgende vastgelegd over bpv:

“Bpv is een verplicht onderdeel van de mbo-opleiding. Er moet een praktijkovereenkomst getekend zijn door alle betrokkenen (leerbedrijf, student en onderwijsinstelling) met daarop o.a. de start- en einddatum van de bpv en het aantal te volgen praktijkuren. Studenten mogen pas starten met de bpv als deze praktijkovereenkomst volledig ondertekend is en aanwezig is in de onderwijsinstelling. Studenten mogen alleen bpv volgen bij door het SBB (Samenwerking Beroepsonderwijs Bedrijfsleven) erkende leerbedrijven. Het mbo-diploma kan pas behaald worden als de bpv met minimaal een voldoende is afgesloten.”

De bpv-overeenkomst

De bpv-overeenkomst is een schriftelijk contract waarin de afspraken tussen jou, het leerbedrijf en school zijn vastgelegd. Pas nadat de bpv-overeenkomst door alle partijen is getekend is de bpv officieel en gelden de gemaakte bpv-uren.

SBB

De stichting Samenwerking Beroepsonderwijs bedrijfsleven (SBB) geeft erkenningen af voor leerbedrijven. Als een leerbedrijf door SBB erkend is, betekent dit dat het bedrijf voldoet aan bepaalde voorwaarden waardoor dit bedrijf geschikt is als bpv-leerbedrijf. Meer informatie hierover vind je op de website www.s-bb.nl.

Vergoedingen

Alle studenten krijgen een onkostenvergoeding die ten minste alle kosten dekt die een student moet maken om stage te kunnen lopen bij een bedrijf. Bijvoorbeeld voor extra reiskosten, een VOG, materiaal of kleding. Naast de onkostenvergoeding maken werkgevers afspraken over het geven van een passende stagevergoeding voor studenten. In veel gevallen is dit in de CAO vastgelegd.

Bbl-studenten krijgen naast een onkostenvergoeding een arbeidscontract en loon dat voldoet aan de wettelijk vastgestelde bedragen.